Over het archief
Het OWA, het open archief van het Waterbouwkundig Laboratorium heeft tot doel alle vrij toegankelijke onderzoeksresultaten van dit instituut in digitale vorm aan te bieden. Op die manier wil het de zichtbaarheid, verspreiding en gebruik van deze onderzoeksresultaten, alsook de wetenschappelijke communicatie maximaal bevorderen.
Dit archief wordt uitgebouwd en beheerd volgens de principes van de Open Access Movement, en het daaruit ontstane Open Archives Initiative.
Basisinformatie over ‘Open Access to scholarly information'.
one publication added to basket [13095] |
Enige aspecten van de fosforcyclus in de Nederlandse Waddenzee
De Jonge, V.N. (1972). Enige aspecten van de fosforcyclus in de Nederlandse Waddenzee. NIOZ-rapport, 1972(9). Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee: Texel. 21 pp.
Deel van: NIOZ-rapport. Netherlands Institute for Sea Research (NIOZ): Den Burg. ISSN 0923-3210, meer
| |
Abstract |
Gedurende de periode juli 1970 tot juli 1971 werden in de Waddenzee van Den Helder tot in de Eems op 64 stations de fosforconcentraties gemeten. De waarnemingen hadden betrekking op zowel fosfaat (PO4-P) als opgeloste organische (Porg en zwevende fosfor (Pzw). Het fosfaatgehalte is in het algemeen aanzienlijk hoger dan in de Noordzee. De hoogste concentraties worden in de zomer in het binnenste deel op de wantijen aangetroffen (tot 4 µgr.at P/1). Dit hangt samen met het feit dat dan veel organische stof afkomstig uit de Noordzee op die plaatsen wordt geaccumuleerd en vervolgens gemineraliseerd. Deze mineralisatie is ook te meten aan een lager fosforgehalte in het zwevende materiaal. In de winter zijn de verschillen tussen Waddenzee en Noordzee daarentegen gering. Vergeleken met 1950 is het fosfaatgehalte in de westelijke Waddenzee verdrievoudigd (van 0,5 tot 1,4 µgr.at P/1) corresponderend met een verdrievoudiging van de concentratie in het Rijnwater gedurende dezelfde periode. Over de gehele Waddenzee is in dezelfde tijd het gehalte aan Pzw dus aan organische stof, verdubbeld. Zeer lage fosfaatwaarden komen in het voorjaar en de zomer alleen voor in het zeegat van het Vlie, zodat waarschijnlijk alleen in dat gebied fosfor beperkend is voor de planktongroei. In het noordelijke IJsselmeer is het fosfaatgehalte sinds 1950 gestegen van gemiddeld 0,3 tot 0,7 µgr.at P/1. Ook deze stijging is het gevolg van de toegenomen belasting van het Rijn-(IJssel) water, maar nog steeds wordt het overgrote deel van het fosfor in het zuidelijke IJsselmeer door sedimentatie van Pzw vastgehouden. |
IMIS is ontwikkeld en wordt gehost door het VLIZ.