Over het archief
Het OWA, het open archief van het Waterbouwkundig Laboratorium heeft tot doel alle vrij toegankelijke onderzoeksresultaten van dit instituut in digitale vorm aan te bieden. Op die manier wil het de zichtbaarheid, verspreiding en gebruik van deze onderzoeksresultaten, alsook de wetenschappelijke communicatie maximaal bevorderen.
Dit archief wordt uitgebouwd en beheerd volgens de principes van de Open Access Movement, en het daaruit ontstane Open Archives Initiative.
Basisinformatie over ‘Open Access to scholarly information'.
Groei en konditie van jonge schol in Noord-en Waddenzee, en onder laboratorium-omstandigheden
de Vries, J. (1974). Groei en konditie van jonge schol in Noord-en Waddenzee, en onder laboratorium-omstandigheden. NIOZ-rapport, 1974(10). Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee: Texel. 29 pp.
Deel van: NIOZ-rapport. Netherlands Institute for Sea Research (NIOZ): Den Burg. ISSN 0923-3210, meer
| |
Abstract |
Een vergelijkend onderzoek werd gedaan naar groei en konditie van jonge schol in de Waddenzee tov de Noordzee. Daartoe werden tot oktober 1972 iedere maand monsters schol (0-groep en I-groep) verzameld met een boomtrawl, op twee stations in de Waddenzee (Vlieter en Wierbalg) en één station in het Noordzeekustgebied bij Callantsoog. De scholletjes werden gemeten (lengte en breedte) en gewogen (vers gewicht, droog gewicht, ingewandengewicht), en de konditie werd bepaald. In dezelfde periode werden in het zeewater laboratorium 6 groepen scholletjes (I-groep), opgekweekt bij 3 constante temperaturen (10, 15 en 20°C) en 2 voedseldichtheden: "overmaat-" en"beperkt"voer. De scholletjes in de Noordzee (Callantsoog) waren gemiddeld 2,4-4,6 cm groter, en ze groeiden ook sneller (groeisnelheid 1,3 cm/maand) vergeleken met de scholletjes in de Waddenzee (groeisnelheid 0,9 cm/maand). Er was echter geen duidelijk verschil in konditie van de schollen. In beide gebieden nam de konditie van de schollen in het voorjaar toe tot een maximum in juli-augustus, waarna ze weer geleidelijk iets afnam. Het watergehalte (in %) van de scholletjes variëerde omgekeerd evenredig met de konditie. Ook de lengte-breedte verhouding variëerde (tussen 2,7 en 2,9) en het relatief ingewandengewicht (tussen 9,5 en 6,5% versgewicht). In de kweekbakken groeiden de overmaat gevoerde scholletjes maximaal bij 15 en 20°C (ca 1,25 cm/maand). De dieren bereikten een abnormaal hoge konditie vergeleken met de dieren in zee. Bij beperkt voedselaanbod was de groei beter bij 15°C (0,9 cm/maand) dan bij 20°C (0,3 cm/maand). Door grote sterfte waren de resultaten bij 10°C niet duidelijk. Uit de resultaten van het onderzoek blijkt o.a. dat er geen duidelijke correlatie is tussen lengtegroei en konditie van jonge schol. De verschillen in groei tussen scholletjes in de Waddenzee tov de Noordzee kunnen ook veroorzaakt worden door selectieve migratie. |
IMIS is ontwikkeld en wordt gehost door het VLIZ.