Over het archief
Het OWA, het open archief van het Waterbouwkundig Laboratorium heeft tot doel alle vrij toegankelijke onderzoeksresultaten van dit instituut in digitale vorm aan te bieden. Op die manier wil het de zichtbaarheid, verspreiding en gebruik van deze onderzoeksresultaten, alsook de wetenschappelijke communicatie maximaal bevorderen.
Dit archief wordt uitgebouwd en beheerd volgens de principes van de Open Access Movement, en het daaruit ontstane Open Archives Initiative.
Basisinformatie over ‘Open Access to scholarly information'.
The evolutionary history of parasitic gastropods and their coral hostsin the Indo-Pacific = De evolutionaire geschiedenis van parasitaire slakken en hun gastheer koralen in de Indo-Pacific
Gittenberger, A. (2006). The evolutionary history of parasitic gastropods and their coral hostsin the Indo-Pacific = De evolutionaire geschiedenis van parasitaire slakken en hun gastheer koralen in de Indo-Pacific. PhD Thesis. Universiteit Leiden: Leiden. ISBN 90-9021100-4. 249 pp.
| |
Beschikbaar in | Auteur |
|
Documenttype: Doctoraat/Thesis/Eindwerk
|
Trefwoorden |
Animal products > Coral Biological phenomena > Evolution Hosts Interspecific relationships Parasites Gastropoda [WoRMS] I, Indo-Pacifisch [Marine Regions] Marien/Kust |
Abstract |
In en om Indonesië, waar de Indische en Pacifi sche oceanen samenkomen, concentreert zich de hoogste diversiteit van mariene diersoorten ter wereld. Deze buitengewoon hoge biodiversiteit is mogelijk ontstaan doordat veel soorten uit de Indische of de Pacifi sche oceaan in hun verspreidingsgebieden een 'overlap' in dit gebied hebben. Bovendien hebben veel van deze soorten complexe symbiotische en parasitaire relaties wat waarschijnlijk de soortvorming kan versnellen en de diversiteit nog verder kan verhogen. Hierbij komen uiteenlopende vragen aan de orde: [1] Vindt soortvorming meestal plaats in allopatrie of sympatrie? [2] Leiden complexe symbiotische relaties tussen mariene organismen tot co-evolutie, co-speciatie en dus inderdaad tot een verhoogde diversiteit? [3] Hoe kan bij soorten met grote verspreidingsgebieden gene-fl ow over grote afstanden in stand gehouden worden waardoor geen verdere differentiatie optreedt? Op dergelijke vragen kan alleen een bevredigend antwoord gevonden worden als afzonderlijke soorten duidelijk beschreven zijn en hun fylogenetische relaties zijn vastgesteld. Daarop concentreert zich dit proefschrift. De paddenstoelkoralen (Fungiidae) en de parasitaire slakken (Epitoniidae en Coralliophilidae) die op en in deze koralen te vinden zijn, werden bestudeerd als model organismen om deze onderzoeksvragen te behandelen. Hiervoor zijn ontogenetische, morfologische, ecologische, moleculaire en bio-geografi sche gegevens verzameld. De eerste resultaten van dit onderzoek vormen het grootste deel van dit proefschrift. Ruim 800 uur werd onder water doorgebracht, waarbij ongeveer 60.000 koralen (Fungiidae, Dendrophylliidae en Euphylliidae) werden bekeken op zoek naar endo- (Coralliophilidae) en ectoparasitaire (Epitoniidae) slakken. Het onderzoek concentreerde zich in de Indo-West-Pacifi c, van Egypte (Rode zee), de Malediven, Thailand, Maleisië, Japan, Palau, de Filippijnen, Indonesië en Australië tot Hawaii. Op de meeste locaties werd een week tot een maand aan veldwerk besteed. In de Spermonde archipel bij Makassar, SW Sulawesi, Indonesië, werd een jaar aan veldwerk besteed aangezien de diversiteit en dichtheid van koralen rondom Sulawesi hoger is dan waar ook ter wereld. Omdat vrij levende paddenstoelkoralen (Fungiidae) het verbindende element in dit onderzoek vormden, is geprobeerd om alle soorten binnen deze familie te vinden, in het bijzonder ook de minder algemene. Die in collecties zeldzamere soorten leven vaak in voor duikers onaantrekkelijke gebieden met zandbodems of sterke stromingen, of op grote diepte. Er werden ongeveer 4000 parasitaire slakken gevonden in associatie met koralen. Hierbij werd telkens de locatie, met diepte, microhabitat, parasiet en gastheersoort genoteerd. Het DNA van 600 van deze parasitaire slakken en 100 paddenstoelkoralen werd onderzocht en de resultaten werden gebruikt voor het reconstrueren van de fylogenieën. Deze analyses brachten twee verrassend soortenrijke, cryptische, adaptieve radiaties van parasitaire slakken aan het licht. Zo bleken er veel meer endo- en ecto parasitaire gastropoden van paddenstoelkoralen te zijn dan voorheen werd gedacht, omdat de meeste parasitaire soorten niet onmiskenbaar geïdentificeerd kunnen worden op basis van hun schelp. Moleculaire (DNA), ecologische (de gastheer) en anatomische (radula en kaak) kenmerken bleken bruikbaarder te zijn voor identifi caties. Verder bleek dat de relatie tussen de parasieten en hun gastheersoorten veel exclusiever is dan tot dusver algemeen geaccepteerd werd. De moleculaire fylogenie reconstructie van de paddenstoelkoralen komt sterk overeen met de indeling die alleen gebaseerd is op morfologische gegevens (Hoeksema, 1989). De verschillen zijn meestal terug te voeren op convergente evolutie. Het voorouderlijke kenmerk om vast te blijven zitten aan het substraat, in plaats van los te breken in een jong stadium, blijkt verschillende keren te zijn 'teruggekomen' in deze koralenfamilie waarvan de meeste soorten v |
IMIS is ontwikkeld en wordt gehost door het VLIZ.