Over het archief
In 2012 verloren we Jean Jacques Peters, voormalig ingenieur van het Waterbouwkundig Laboratorium (1964 tot 1979) en internationaal expert in sedimenttransport, rivierhydraulica en -morfologie. Als eerbetoon aan hem hebben we potamology (http://www.potamology.com/) gecreëerd, een virtueel gedenkarchief dat als doel heeft om zijn manier van denken en morfologische aanpak van rivierproblemen in de wereld in stand te houden en te verspreiden.
Het merendeel van z’n werk hebben we toegankelijk gemaakt via onderstaande zoekinterface.
[ meld een fout in dit record ] | mandje (0): toevoegen | toon |
Sedimentatie in deurnissen van puntdeuren: analyse geometrie, bathymetrie en bodemstalen Vercruysse, J.B.; De Maerschalck, B.; Claeys, S.; Boey, I.; Peeters, P.; Mostaert, F. (2016). Sedimentatie in deurnissen van puntdeuren: analyse geometrie, bathymetrie en bodemstalen. versie 4.0. WL Adviezen, 15_088_1. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. IX, 51 + 16 p. bijlagen pp.
Deel van: WL Adviezen. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen.
|
Beschikbaar in | Auteurs |
| |
Documenttype: Adviestekst |
Trefwoorden |
In-situ measurements Literature and desktop study Locks (Waterways) Sedimentation Sediments |
Auteurs | Top | |
|
|
Abstract |
Uit een analyse van de geometrische en bathymetrische gegevens van de sluizen op gekanaliseerde rivieren in Vlaanderen volgde dat een 8-tal sluizen een verlaagd bovenhoofd met puntdeuren hebben. Van deze acht sluizen wordt enkel significante sedimentatie vastgesteld te Geraardsbergen, Idegem en Denderleeuw en de grote sluis te Evergem. Bemerk hierbij dat de sluizen te Geraardsbergen, Idegem en Denderleeuw op de Dender enkel gebruikt worden door plezier- en passagiersvaart. Het ontwerp van de grote sluis te Evergem bevat bovendien een zeer specifiek element namelijk de abrupte overgang van bovenpand naar deurnis (1.7 m hoge betonnen muur). Uit een analyse van sedimentstalen genomen opwaarts enkele sluizen volgde dat het sediment op de Leie en Ringvaart zanderiger is dan het sediment op de Dender dat meer klei bevat. Zanderig materiaal zal sneller bezinken, meer weerstand bieden en wordt moeilijker opgewoeld. Cohesief slib daarentegen blijft vloeibaar zolang het niet de kans krijgt om te consolideren. Het ontwerp voor de nieuwe sluis te Denderbelle heeft een verdiept bovenhoofd met puntdeuren, zoals de huidige sluis. Door de grotere diepte, grotere voorhaven en groter schutvolume wordt verwacht dat de kans op sedimentatie ter hoogte van het bovenhoofd zal toenemen bij de nieuwe sluis. Omdat de deuren breder worden zullen de krachten op de deuren eveneens toenemen. Algemeen kan gesteld worden dat de dimensies van de nieuwe sluis te Denderbelle meest vergelijkbaar zijn met Menen. De samenstelling van het sediment verschilt wel van Menen. Hinder door sedimentatie is daarom niet volledig uit te sluiten. Geacht wordt dat de aanslibbing kleiner zal zijn dan bij de grote sluis te Evergem. Het ontwerp van de nieuwe sluis te Sint-Baafs-Vijve vertoont sterke gelijkenissen met de sluis te Menen opwaarts de Leie en de grote sluis te Evergem op de ringvaart. Ten opzichte van de grote sluis te Evergem wordt de nieuwe sluis te Sint-Baafs-Vijve op enkele punten voordeliger geacht: de overgang van de deurnis in het bovenhoofd naar het opwaarts bodempeil wordt niet gekenmerkt door een plotse overgang op het einde van de deurnis en de deuren zijn minder breed. De minimale kielspeling te Sint-Baafs-Vijve is echter groter dan in de grote sluis te Evergem. Op basis hiervan wordt besloten dat sedimentatie te verwachten valt. Door het hoge zandgehalte wordt verwacht dat mitigerende maatregelen zoals spuien of het gebruik van jets of een airlift weinig efficiënt zullen zijn voor de nieuwe sluis van Sint-Baafs-Vijve. |
Top | Auteurs |