Zoeken
Zoeken kan via de modus 'eenvoudig zoeken' (één veld) of uitgebreid via 'geavanceerd zoeken' (meerdere velden). Zo kan je bv. zoeken op een combinatie van een auteursnaam (auteur), een jaartal (jaar) en een documenttype.
Boekenmand
Nuttige resultaten kan je aanvinken en toevoegen aan een mandje. De inhoud hiervan kan je exporteren of afdrukken (naar bv. PDF).
RSS
Op de hoogte blijven van nieuw toegevoegde publicaties binnen uw interessegebied? Dit kan door een RSS-feed (?) te maken van jouw zoekopdracht.
[ meld een fout in dit record ] | mandje (0): toevoegen | toon |
Sedimentbalans Schelde-estuarium: deelrapport 7. Seizoenale variatie van de sedimentsamenstelling in de bodem Plancke, Y.; Vos, G.; Meire, D. (2021). Sedimentbalans Schelde-estuarium: deelrapport 7. Seizoenale variatie van de sedimentsamenstelling in de bodem. Versie 3.0. WL Rapporten, 19_076_7. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. VII, 17 + 8 p. bijl. pp. https://dx.doi.org/10.48607/64
Deel van: WL Rapporten. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. , meer
|
Beschikbaar in | Auteurs |
| |
Documenttype: Projectrapport |
Trefwoorden |
Hydraulics and sediment > Sediment > Non-cohesive sediment In-situ measurements Sediments Suspension ANE, Schelde-estuarium [Marine Regions] |
Project | Top | Auteurs |
|
Contactgegevens
Opdrachtgever: Vlaamse overheid; Beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken; Vlaams Ministerie van Mobiliteit en Openbare Werken; Departement Mobiliteit en Openbare Werken; Afdeling Maritieme Toegang, meer
Auteurs | Top | |
Abstract |
De hypothese die aan de hand van de meetcampagnes getoetst zou worden, luidde dat (1) op het einde van de winter de fijnere sedimenten (slib) uit de bodem van de Boven-Zeeschelde uitgespoeld zouden zijn en vice versa dat (2) op het einde van de zomer, deze zone zou gekenmerkt worden door meer fijnere sedimenten in de bodem. Uit de verschillende meetcampagnes blijkt dat deze hypothese niet kan bekrachtigd worden. De ruimtelijke variatie binnen elk focusgebied is aanzienlijk groter dan de temporele variatie binnen deze focusgebieden. Deze conclusie geldt zowel wanneer alle bodemstalen per meetcampagne per focusgebied samen worden beschouwd, maar ook wanneer er een opdeling plaatsvinden volgens de verschillende ecotopenklassen (i.e. diep, matig diep en ondiep subtidaal). Het aandeel van de slibfractie varieert ruimtelijk binnen een focusgebied tussen 5 en 90%, terwijl het temporeel verschil tussen de verschillende meetcampagnes van een grootteorde van 20% is. Daarnaast konden uit de resultaten van de meetcampagnes enkele vaststellingen gedaan worden rond het aandeel van de slibfractie binnen de verschillende ecotoopklassen en bleek (visueel) dat een aantal bodemstalen gekenmerkt werden door de aanwezigheid van een (dunne) toplaag die een andere sedimentsamenstelling kent dan de onderliggende laag. |
Top | Auteurs |